De oorsprong van de poedel is niet helemaal duidelijk, maar het ras wordt over het algemeen gezien als Frans. Hoewel de poedel al in de 16e eeuw in Midden- en Zuid-Europa voorkwam, hebben de Fransen veel werk verricht aan de rasveredeling van de poedel. Hierdoor wordt het ras tegenwoordig beschouwd als een Frans ras. De poedel werd voornamelijk gefokt als jachthond voor watervogels, zoals de eend, en stond bekend om zijn goede zwem- en apporteervaardigheden. In de loop der tijd is de poedel uitgegroeid tot een populair huisdier en showhond.
Poedels zijn verkrijgbaar in verschillende variëteiten: de koningspoedel, met een schofthoogte van 45 tot 60 cm en officieel bekend als grote poedel, staat ook wel bekend als de standaardpoedel in Nederland. De middenslagpoedel meet 35 tot 45 cm hoog, terwijl de dwergpoedel tussen de 28 en 35 cm meet. De toypoedel is de kleinste van allemaal, met een schofthoogte van minder dan 28 cm (vaak rond de 25 cm).